Binnenkort vieren christenen het Pinksterfeest, waarbij stilgestaan wordt bij de uitstorting
van de Heilige Geest. Voor veel christenen is dit wel één van de belangrijkste feesten. Ik wil
graag proberen om de betekenis van dit feest uit te leggen voor mijn Joodse en moslimse
vrienden en proberen een brug te slaan naar hun geloofsovertuigingen.
Moslims hebben nog niet zo lang geleden hun vastenmaand ramadan volbracht. Veel moslims
beschouwen taqwa als één van de vruchten van het vasten. Taqwa wordt uitgelegd als een
bewustzijn van Gods aanwezigheid, als godsvrucht, als een verlangen naar God, en een
verlangen om op te houden God ongehoorzaam te zijn. Een geestelijke vernieuwing dus. Een
stukje karaktervorming. Een heroriëntatie van verlangen, weg van zichzelf en deze wereld en
meer op God gericht en de eeuwigheid met Hem.
Op dezelfde dag dat christenen Pinksteren vieren, vieren Joden Sjawoeot, waarbij ze
terugdenken aan het ontvangen van de Thora. Sjawoeot vindt plaats 49 dagen na de tweede
Pesach. In de tijd tussen Pesach en Sjawoeot, bereiden religieuze joden zich voor op het
ontvangen van de Thora, de wet van God. Deze periode dient om het karakter te ontwikkelen
om zodoende klaar te zijn de Thora met volledige bereidheid – met vreugde en innerlijkheid
– te ontvangen. Voor veel Joden is de Thora de belangrijkste wegwijzer om in verbondenheid
met God te leven.
Zowel taqwa als Thora moet ons door de Almachtige geschonken worden. We kunnen deze
taqwa niet opwekken of in ons hart planten. Evenmin zijn wij in staat Gods Thora in volle
bereidheid te volbrengen. Hoewel we tot veel in staat zijn, en onszelf bepaalde vaardigheden
kunnen aanleren, komen we op een gegeven moment tot het besef: De mens kan zichzelf
niet wezenlijk verbeteren, omdat we in ons diepste wezen verrot zijn, misvormd, verslaafd.
Zo vaak moeten we vaststellen: Ik wil wel, maar het lukt me niet. De taqwa en de Thora zijn
perfect, maar ik niet. Ik kan mezelf niet vernieuwen, ik kan mezelf niet veranderen in een
mens die 100% van de tijd verlangt naar Gods nabijheid en een mens die niets liever doet dan
het gehoorzamen van de wet van God.
Jeremia, één van de Joodse profeten, kondigde eeuwen geleden aan dat God iets bijzonders
zou gaan doen. God beloofde: “Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart
schrijven.”
De plek waar de Thora, het Woord van God, dient te zijn, is in ons hart. De plek waar taqwa
dient te zijn, is in ons hart. We kunnen deze taqwa niet opwekken, of de Thora planten in ons
hart. Alleen God kan ons van taqwa voorzien en alleen Hij de Thora in ons hart schrijven.
Christenen geloven dat dit gebeurt door de Geest van God in hen die vanwege Jezus’ dood en
opstanding zijn verzoend met God.
Pinksteren gedenkt de uitstorting van Gods Geest in harten van mensen. Dit maakt van hen
nieuwe mensen, mensen in wiens hart Gods wet geschreven is, mensen in wiens hart taqwa
begint te bloeien. De Bijbel gebruikt hiervoor de term wedergeboorte. Dit is niets minder dan
een godswonder! De Geest van God doet mensen wederom geboren worden. Hun geest
vernieuwd zich, hun verlangens worden gezuiverd. Dit is niet een proces dat zich in één keer
voltrekt, maar de vruchten ervan worden gaandeweg steeds zichtbaarder. Deze vruchten
worden omschreven als: liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid,
geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Is dit eigenlijk niet het diepste verlangen van de meeste christenen, joden en moslims,
namelijk dat taqwa en Thora in ons hart geschreven zijn en vrucht dragen in ons dagelijks
leven?
Laat ons gebed daarom zijn: “Almachtige, voltrek aan mij dit Godswonder, dat taqwa en
Thora, woorden en daden, verlangen en gedrag in mijn leven steeds meer Uw karakter
weerspiegelen.
Pinksteren leert ons dat God aan dit verlangen tegemoet wil komen. Daarom is Pinksteren
voor ons zo’n mooi feest, God schenkt Zijn Geest aan de mens die met Hem in vrede leeft,
zodat de vernieuwing van ons denken en ons zijn nu al mag beginnen. Een blijvende
heroriëntatie van ons verlangen